Er zijn vijf uitgangspunten voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde:
1. De beroepspraktijk
Karakteristiek voor de opleiding is dat werken en leren onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De aios besteedt ongeveer 80 procent van de opleidingstijd aan werken in de beroepspraktijk. Die wordt dan ook beschouwd als vertrekpunt voor zowel leren als opleiden.
2. Competentiegericht leren en opleiden
De opleiding biedt de aios de gelegenheid de competenties van de specialist ouderengeneeskunde te verwerven. Competenties ontstaan en groeien door te handelen in de praktijk in combinatie met reflectie op dat handelen. De aios moet de competenties op een van tevoren vastgesteld niveau beheersen. De competentieontwikkeling van de aios staat dan ook centraal in de beoordeling.
3. Kenmerkende beroepssituaties
In de opleiding staan ‘kenmerkende beroepssituaties’ (KBS) centraal.
Dit zijn (oefen)situaties die representatief zijn voor het werkveld van de specialist ouderengeneeskunde. Tijdens de opleidingsperiodes en -stages bekwaamt de aios zich in een doeltreffende aanpak van KBS. Een korte beschrijving van alle KBS vind je hier.
Een andere invalshoek is: kijken naar wat de specialist in essentie doet in die kenmerkende beroepssituaties. Het gaat hierbij om beroepsactiviteiten: activiteiten die regelmatig terugkomen en tot de kern van het beroepsmatig handelen horen. Het gaat erom dat de specialist ouderengeneeskunde in een bepaalde praktijksetting de beroepsactiviteiten in de juiste combinatie en in de juiste volgorde toepast en daarbij rekening houdt met actuele situatiekenmerken. Dit veronderstelt voldoende beheersing van de onderliggende competenties. Een korte beschrijving van alle beroepsactiviteiten vind je hier.
4. Krachtige leeromgeving
Het opleidingsinstituut en de opleidingsinrichting hebben de verantwoordelijkheid een effectief leerklimaat te scheppen dat de aios in staat stelt de vereiste competenties te verwerven. Een effectief leerklimaat veronderstelt een krachtige leeromgeving. De krachtige leeromgeving van de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde ontstaat door de combinatie van werken in de praktijk, cursorisch onderwijs, leren van elkaar, supervisie, voortgangsgesprekken, toetsing en beoordeling.
5. Eigen verantwoordelijkheid van de aios voor het leerproces
Iedere aios die aan de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde begint, heeft haar persoonlijke leergeschiedenis. Ze koppelt nieuwe informatie en ervaringen aan die voorkennis en vormt daarmee haar eigen geheel van kennis en inzichten. Kennis is uniek en dat geldt in bepaalde mate ook voor de leerbehoefte van de aios. In de opleiding houden we hier rekening mee door samen met de aios een leertraject op maat te ontwerpen. Dit vraagt van de aios een actieve, reflecterende en verantwoordelijke manier van werken en leren. Kortom: de aios is zelf verantwoordelijk voor haar leerproces.